Isa (12) over haar overleden tweelingzus Emelie
‘Als er iets heel leuks is, denk ik: daar had je gewoon bij moeten zijn’
In de zomer van 2022 overleed de elfjarige Emelie aan een hersentumor. Ze liet haar broer Danté, zusje Sare én eeneiige tweelingzus Isa achter. Die laatste is nu begonnen op de middelbare school aan een nieuw avontuur. Met evenveel verdriet als lef in haar lijf: ‘Ik leef gewoon voor twee, alsof ik een tweede persoon in mij heb.’
Uit Rouwkampioen, het boek dat moeder Annika na het overlijden van Emelie schreef:
Isa en Emelie waren als identieke tweeling absoluut elkaars gelijke. Als twee druppels water werden zij geboren. Met hun blozende wangen glommen ze van gezondheid; even sterk en krachtig. Iedere dag hadden zij elkaar recht in de ogen kunnen aankijken, stralend. Tot enkele maanden geleden. In een paar seconden word ik overspoeld met de gedachten aan Emelie. Nooit meer zal ik haar recht in de ogen aan kunnen kijken. Ik zal haar altijd blijven zien als mijn kleine meisje van 11 jaar dat vroegtijdig moest gaan hemelen. Ik troost mij met de herinnering dat de afgelopen jaren samen een zegening waren. En dat haar eeneiige tweelingzus Isa in alles Emelie zal meedragen.
Ruim een jaar geleden overleed Emelie. Een jaar waarin tweelingzus Isa groep 8 afrondde, de stap naar de middelbare school zette en meer dan een miljoen kijkers afstemden op het programma ‘Niet klein te krijgen’ van Paul de Leeuw. In dat programma werden Emelie en het gezin gevolgd in de laatste maanden van haar leven. Er werd gehuild, gerouwd, maar ook gezongen en gelachen. Emelie was een heel stoere en had de droom beroemd te worden. Met haar zelfgeschreven liedje ‘Kankerkampioen’ vulde en brak ze de harten.
Isa en Emelie waren onafscheidelijk. Altijd samen deelden ze hun levenslust en bijzondere gevoel voor humor. Toen Emelie was overleden, brandden haar klasgenoten elke dag kaarsjes voor haar en sprak Isa wijze woorden tegen moeder Annika: ‘Ik voel op school de kracht van mijn zus nog volop.’ Niet lang voor haar overlijden was Emelie het middelpunt van een groot feest geweest, dat was haar liefste wens die Make-A-Wish voor haar vervulde. Te midden van al die lieve klasgenoten en docenten werd er nog één keer hand in hand gedanst en gezongen. Onvergetelijk, vond ook Isa. Ze teren er nog steeds op. ‘Het was precies zoals Emelie het wilde. Samen. Gezellig. Vol plezier.’
Uit Rouwkampioen:
Overal waar Isa was, was Emelie. Of andersom. Zo is het altijd geweest. Als magneten waren ze om ons heen. Het magnetisch veld moet sterk zijn. Waarom zou dat na de dood anders zijn? Als het gemis te groot wordt spelen we het spel ‘Ik wacht op haar of wacht zij op mij’. Zal zij straks bellen of is ze gewoon bezig, zal ze straks thuiskomen of zie ik haar morgen weer? Misschien maakt ze een bijzonder plekje voor ons klaar. En als ze verstoppertje doet dan hebben wij extra tijd om iets speciaals voor haar te bedenken. Om de kale dagen te kleuren voor haar.
We zijn de voelbare fantasie aan het ontdekken. Of is het niet alleen fantasie? Isa wordt een aantal ochtenden wakker getikt op haar rug. Voelbaar, maar niet te verklaren, overvallen door haar zus. Dan moet ze hard huilen van de schrik. En die keer dat ze in de spiegel kijkt, ziet ze haar eigen pijn in haar ogen. In de war, zoekend naar haar troostende zus, kijkt ze om. Een onvoorstelbaar gemis volgt als een kleurloze golf die overspoelt. Dan gooit ze haar betraande ogen open en vecht. Ze vecht naar een weg. Net zoals Emelie dat deed.
Isa vertelt hoe het nu met haar gaat. Ze laat soms lange stiltes vallen, ze wil het graag goed verwoorden, maar na de stiltes deelt ze de prachtigste zinnen. ‘Soms word ik wakker ’s nachts en ben ik er spontaan even niet meer bij. Dan denk ik veel aan haar. Voel ik het gemis. Soms denk ik aan hoe het vroeger was, toen we nog normaal leuk samen waren. Soms denk ik aan iets wat niet meer kan, zoals samen naar de middelbare school gaan. Wij droomden altijd over later. Maakten een plan. Dáár gaan we wonen en zó worden we beroemd! We wilden acteren, dansen, zingen, dat soort dingen. Thuis maakten we er altijd een dierentuin van, Emelie en ik waren een soort varkens, Sare het snelle konijntje en Danté de leeuw. Die beelden zullen altijd blijven.’
Ze beschrijft de fases waarin het afgelopen jaar zich plooide: ‘Het was verwarrend. Mijn leventje ging gewoon door en er was altijd wel iemand bij me, familie, vrienden. Toch was het heel raar, omdat Emelie en ik altijd onze kamer deelden en ineens is die kamer anders, plots is het niet meer zo dat je er samen slaapt. De kamer was de plek waarin wij altijd de dag afsloten met veel gelach en gepraat, met eindeloos kletsen. Dat mis ik, dat stiekeme spelletjes spelen als we allang moesten slapen, het roddelen, wat heel belangrijk was.’ Na een kleine stilte: ‘Wij roddelden altijd positief over anderen, dat moet ik wel even erbij zeggen.’
De weemoed van Isa zit ook in het jaar waarin Emelie zo ziek werd: ‘Toen ze een rollator kreeg, sjeesden we daarmee door de school. En toen ze haar liedje Kankerkampioen had geschreven, was het heel fijn daar samen met de klas naar te luisteren. Emelie hield echt van school, zij vond het super leuk ernaartoe te gaan. De saamhorigheid, de gezelligheid, het elkaar helpen.’
Uit Rouwkampioen:
Die avond heeft Isa een vriendinnetje te logeren. Zij heeft weer behoefte aan gezelligheid en warmte om haar heen. Met mijn beperkte energie doe ik mijn best om de avond zonder rouwgezicht te laten verlopen. Als zij het kan, kan ik het toch ook? De twee vriendinnen hebben een heerlijke avond en gaan naar boven. De geluiden vanuit de kamer doen mij denken aan hoe het was. Het lijkt even alsof ik Isa en Emelie hoor. Zou Isa hiernaar op zoek zijn geweest?
Isa verstaat de kunst van het leven. Als er wat gevierd kan worden, moet je dat doen. ‘Daarom hebben we samen, met het gezin, toch met heel veel plezier naar de uitzendingen van ‘Niet klein te krijgen’ gekeken. Zeker de tweede aflevering, waarin onze verjaardag werd gevierd, vond ik heel leuk. De feesthoedjes en toetertjes waarmee Paul de Leeuw in onze kamer aankwam, onvergetelijk. We hebben er toch gewoon een feestje van gemaakt. De laatste afleveringen, waarin Emelie echt ziek werd en uiteindelijk overleed, vond ik lastiger om te zien, maar ook ergens heel mooi. Het was liefdevol.’
Isa’s gemis zit in het ontbreken van het delen. ‘Emelie was altijd de aanjager, had altijd praatjes en hield iedereen bij de groep. Zij was de sfeermaker, met haar was het altijd gezellig en wij konden lachen om de raarste grappen. Onze humor was eigenlijk heel slecht en daarom zo leuk. En waarom? Misschien wel omdat ik de enige was die het begreep als Emelie iets heel raars zei en andersom.’
Met name tijdens de feestdagen, zegt Isa, voelde ze dat Emelie er ergens toch nog bij was. ‘Die zijn magisch, snap je, dus bij Sinterklaas, Kerst, onze verjaardag, was haar energie toch rondom ons. Ik voel het op zulke momenten nog meer dat ik een tweede persoon in mij heb. Ik leef dan gewoon voor twee. Omdat we zoveel van hetzelfde hadden, zo dezelfde humor, dezelfde woorden, dezelfde gedachten en gevoelens, heb ik dan toch het idee dat ze niet helemaal weg is en bij mij is. Eigenlijk is dat ook gewoon zo. Ze is altijd bij mij. En soms baal ik er heel erg van dat ze lijfelijk er niet meer is, juist ook weer bij de leukste dingen van het leven. Dan denk ik: hier had je gewoon bij moeten zijn.’

Uit Rouwkampioen:
‘Dit is zo nep,’ zegt Isa. We kijken naar een film. De wit geschminkte acteur schudt wat heen en weer en is in enkele seconden dood. Isa vindt dat de acteur er niets van bakt, en zegt: ‘Zo sterf je toch niet?’ Ze beschrijft hoe haar zus eruit zag toen zij overleed. Ik hoef niet te bevestigen dat het filmbeeld van doodgaan er niet levensecht uitziet. Zij weet al beter. Isa heeft iets intens gezien en iets intens geleerd. Zij is in een enkel jaar een stuk wijzer geworden. Maar wel door een traumatische levenservaring. De levensles is mij nog onduidelijk. Men zegt ‘lijden is groeien’. Ook rouwen is lijden en leidt tot groei….
Ik kijk naar Isa, ze is niet alleen wijzer maar ook ouder geworden. Als zij groeit, groei ik met haar mee. Isa laat mij groeien. En Emelie groeit gewoon mee.
Daar stond Isa, amper een jaar nadat Emelie overleden was. De eindmusical op school: Dresscode. Isa zong en danste, ze was een superster. ‘En dat was Emelie ook zo graag geweest. Nu stond ik daar alleen en heb het ook een beetje voor haar gedaan. Op het moment zelf was ik heel blij, daarna kwam het besef: ik heb gedanst en gezongen zonder degene met wie ik altijd al de eindmusical had willen doen. De school sloot de avond af met foto’s van al die jaren van onze klas en daar stond ze heel veel op. Zo was ze er toch weer een beetje bij.’
Al die dubbele gevoelens. Soms is er de glimlach van een herinnering. Soms is er dat stoere gevoel dat ze nu voor twee moet leven. Maar soms is ze ook gewoon een beetje boos. Soms is ze meer dan dat, dan is Isa woedend. Waar zusje Sare met veel kabaal en emotie haar verdriet uit, trekt Isa zich liever terug in stilte. Op hun kamertje, nu alleen nog maar haar kamertje, waar alle herinneringen liggen. ‘Dan wil ik even een herstart maken. Bijkomen, rustig worden en de volgende dag gewoon maar weer verder gaan.’
Als ze Emelie het moest vertellen? Hoe het afgelopen jaar was? Poeh, nou, waar moet ze beginnen, Isa heeft even geen idee. Dan: ‘Ik zou de musical beschrijven en hoe veel kinderen uit onze klas nu samen op de nieuwe school weer bij elkaar zitten. Dat we HAVO/VWO doen en dat ik echt voor VWO ga, omdat ik dan later alles kan studeren wat ik wil. Criminologie, dat lijkt me leuk, ik kijk vaak naar programma’s die met politiezaken te maken hebben. Het lijkt me geweldig sporen te onderzoeken. Iets uitpluizen, dat is me op het lijf geschreven.’
De stiltes worden langer. Het gesprek is klaar. Plots komt de humor in Isa naar boven als ze op spottende toon zegt: ‘Nou, ik wens u veel succes.’ Met andere woorden: maak hier maar eens chocola van. De humor van Emelie, de humor van Isa, de bevrijdende lach die verzacht.