Dubbelinterview

Het zit in de familie

Marieke Timp (59) is de moeder van wenscoördinator Fanny van der Stoel. Marieke is fotograaf, illustrator, het baasje van puppy Guusje én fotovrijwilliger. Fanny (25) begon bij ons als stagiair en begeleidt inmiddels zelf de nieuwe lichting stagiairs.

‘Fanny is op een goede manier betrokken.’

‘Fanny zocht een stageplek. Het liefst in de buurt (van Utrecht), of in elk geval goed bereikbaar met OV. Want ze heeft geen rijbewijs. Opeens belde ze me: “Mam, Make-A-Wish heeft plek”. Geweldig vonden we dat. En zo is ze begonnen.’ ‘Twee jaar geleden kreeg Fanny een veel uitgebreidere functie. Op een dag belde ze me op. Ze had haar eerste wensvervulling en dat vond ze best spannend. Of ik wilde rijden en foto’s maken voor het fotoboekje. Natuurlijk zei ik ja. Daar gebeurde van alles tegelijk. Fotografie, achter de naaimachine, visagie… Het was een geweldige dag en vooral heel leuk om samen met Fanny mee te maken. Sindsdien ben ik vrijwilliger. Fanny gaf me het duwtje om me op te geven als fotovrijwilliger, bij team Haaglanden. Daar was het alsof ik in een warm bad belandde.’ ‘Iets voor een ander doen was bij ons thuis heel gewoon. Als gezin waren we altijd betrokken bij goede doelen. In groep 6 haalde Fanny al geld op voor Stichting Opkikker en dat was best een flink bedrag! Zelf had ik dat van huis uit meegekregen, dus het was niet meer dan logisch dat we onze kinderen op deze manier opvoedden. Voor mij gaat het om pay it forward. Als je iets voor een ander doet, geeft die de goede daad weer door aan anderen die hulp kunnen gebruiken. Zo rolt het balletje vanzelf door.’ ‘Het was onze bedoeling om meer met elkaar te doen, maar dat lukt eigenlijk maar weinig. Daarom is het fijn dat Fanny me vroeg voor de foto’s in deze kerstspecial. Het is altijd leuk om haar aan het werk te zien, ik vind dat ze het knap doet. En dan ook nog eens voor een organisatie die veel impact heeft en emoties losmaakt. Wij zestigers brengen wel een dosis levenservaring mee, maar zij doet het gewoon. Fanny maakt intussen zelf ook hele mooie foto’s. Kijk maar naar de foto’s van Isa en Musab in deze special.’ ‘Mijn hoogtepunten waren wel Make-A-Wish dertig jaar in Nederland en het bezoek van Koningin Máxima. Sinds mijn verhuizing zit ik bij Team Noord-Holland. Het is een enorme verrijking dat ik voor Make-A-Wish mag werken. Kinderen horen niet ziek te zijn, het overkomt ze. Wij kunnen niet veel voor ze doen, behalve regelen dat ze een geweldige wensvervulling hebben.

Make-A-Wish zorgt goed voor de vrijwilligers. We krijgen allerlei cursussen over de Wish Journey en daardoor ga je langzamerhand ook meer oppakken. Meedenken over de invulling van een wens bijvoorbeeld. Binnen het team hebben we allemaal een eigen netwerk en als je dat bij elkaar brengt, is het bereik heel groot. Samen komen we op de mooiste dingen. Wat mij elke keer opnieuw weer opvalt, tussen alle verdrietige en vrolijke momenten door, is dat een wenskind de sterkste is van ons allemaal.’

‘Mijn moeder is voor mij en mijn zusjes de allerliefste moeder die er bestaat.’

Fanny over Marieke ‘Grappig, hoe mijn moeder erover vertelt. Toen ik 2,5 jaar geleden als stagiair solliciteerde bij Team Wens was er eigenlijk geen plek meer. Toevallig haakte iemand af en mocht ik tóch op gesprek. Er was vrij snel een klik en na mijn stage bleef ik hangen. In eerste instantie om vier maanden een zwangerschapsverlof op te vangen en kijk, ik zit er nog steeds.

Inmiddels als wenscoördinator van de buitenlandse wensen. Sinds kort begeleid ik nu zelf de nieuwe stagiairs. Geestig, want ik weet hoe het is. Bij Make-A-Wish zit ik hartstikke goed op mijn plek. Het voelt als mijn droombaan, zo happy ben ik.’ ‘Die eerste wens vergeten we niet snel. Mijn moeder móést gewoon mee. Als er één goed kon fotograferen, dan was zij dat wel. Bovendien wilde ik dat ze me op mijn werk zou meemaken. Het was hiervoor namelijk nog best een struggle om mijn plek te vinden, qua opleiding en werk. Heel enthousiast begon ik dan weer aan een nieuwe stage, maar na afloop zag ik mezelf er toch niet blijven. Dat het nu wel goed voelde, wilde ik graag met haar delen.’ ‘Mijn moeder is voor mij en mijn zusjes de allerliefste moeder die er bestaat. Het was dus bijzonder om samen naar die eerste wens te gaan. Zij was toen nog geen vrijwilliger en ze vond het zo leuk dat ik dacht: misschien is fotovrijwilliger wel iets voor haar. Bovendien konden we op deze manier meer samenwerken. In de praktijk valt dit tegen, maar we praten wel regelmatig met elkaar over wat we in ons werk meemaken. Zij is de eerste die ik bel wanneer ik vastloop: “help, mam, ik weet het even niet meer”. Mijn moeder is heel creatief en brengt me dan weer een stapje verder.’ ‘Eigenlijk is mijn moeder goed in alles wat ze oppakt. Na haar werk op de kostuumafdeling bij tv en theater heeft ze van haar grootste hobby fotografie haar beroep gemaakt. Als klein kind was ik niet weg te slaan bij de paspop bij ons thuis, want iets met mode leek me toen wel wat.’ ‘Mijn moeder zette me ook tot fotograferen aan. Dat ze me goed vindt, is een groot compliment. De foto’s voor deze kerstspecial zijn echt van ons samen. De fotosessies waren best wel spannend. Tegelijk was het fijn om onze wenskinderen weer in het echt te zien. Dan weet je weer waar je het voor doet. En je beseft je hoe bijzonder Make-A-Wish is.’ ‘Het klopt wat mijn moeder zegt: je moet er niet alleen voor jezelf zijn. We hebben van kleins af aan geleerd dat het niet voor iedereen zo vanzelfsprekend is allemaal. Mijn zusjes en ik zijn dankbaar voor onze opvoeding, we zijn in alles heel vrij gelaten. En het goed doen vullen we allemaal op onze eigen manier in.’

Marieke en Fanny over kerst

Fanny: ‘Met kerst komen we als familie graag bij elkaar. Spelletjes spelen, relaxen, wandelen, koken… je onderdompelen in de warmte van het gezin.’ Voor Marieke begint kerst al vanaf Thanksgiving: ‘Dat heb ik zo besloten, ja. Mijn hele huis is al in hogere kerstsferen. Geen kerstboom, maar een versierde magnoliatak. Verder hoop ik dat iedereen het in deze tijd kan blijven opbrengen om geduldig en aardig tegen elkaar te zijn.’