Eventmanager Annelies Blom

‘We doen hier alles voor de kids. Daarin zoeken we verbinding met andere partijen, zoals Make-A-Wish’

Geen wensvervulling door corona? Nou, dan komen we toch naar de kinderen toe? In april in het Maastricht UMC+, in mei in het Sophia… onze superhelden Superman en Mega Mindy weten er wel raad mee. Hangend in de touwen maken ze er een spannend event van. Woensdag 27 mei is het Erasmus MC-Sophia aan de beurt. Binnen een maand geregeld, dankzij de soepele medewerking van het ziekenhuis en vooral van eventmanager Annelies Blom.

We spreken haar een dag later. Hoe vond je het? ‘Echt zo leuk! Nu we geen fysieke dingen mogen organiseren voor onze patiëntjes word je vanzelf heel creatief in het bedenken van alternatieven. Sophia TV, videobellen met BN’ers, acties op Facebook… Corona of geen corona, we gaan hier gewoon door. Dus toen Diana van Zanden me belde met het voorstel voor dit abseilevent zei ik meteen ja.’

Een maand later hing Superman al in de touwen. ‘Ik ben van “hup, gaan!” Je moet zo’n actie natuurlijk goed intern afstemmen. Ik benaderde de mensen uit de bouw om naar de technische kant te kijken. En ik vroeg de pedagogische zorgmedewerkers om te kijken welke patiëntjes in aanmerking kwamen. Ik weet hoe het werkt, want van huis uit ben ik kinderverpleegkundige. De pedagogische zorgmedewerkers kwamen met een lijst en zelf kende ik ook nog wat patiëntjes. We vroegen of ze zich vooraf bij mij wilden opgeven.

We wilden namelijk ook wat broertjes en zusjes in de tuin uitnodigen en dan zit je al snel op het maximale aantal van dertig. Uiteindelijk kwamen we uit op veertien wenskinderen: twaalf voor de ramen van hun patiëntenkamer en twee in de tuin. Met nog wat ouders en broertjes en zusjes, maar niet te veel.’

Het was de bedoeling in tijdslots te werken. ‘Zo konden we afwisselen tussen het abseilen en spelletjes en foto’s in de tuin. De tijdslots hebben we op een gegeven moment losgelaten omdat de meeste wenskinderen op hun kamer bleven. Om 2 uur was Superman er klaar voor. En daar ging hij dan. Dwars door het ziekenhuis heen, van raam naar raam. Hij stopte echt wel 5-10 minuten bij de kamers, om samen een spelletje te spelen of een tekening te maken. Alles bij elkaar duurde het wel tot half 5.

Mega Mindy bleef in de tuin om spelletjes te doen met de kinderen die daar waren. Eén patiëntje, Femke, bleek toch te ziek om achter het raam te komen. We hebben haar toen vanuit haar bed laten videobellen met Mega Mindy. Kon Femke ook meegenieten.’

De wensvervullingen staan voor een deel on hold, maar hun ziekte niet. Deze actie was bedoeld om onze wenskinderen weer kracht te geven. Wat denk je, zijn we daarin geslaagd? ‘Deze middag was tegelijk heel lief, intiem en intens. Het feit dat er reuring is, persoonlijke aandacht… dat doet wonderen. Die stralende koppies, daar doe je het voor.’

Verwijs je zelf eigenlijk kinderen door? ‘Het is natuurlijk aan de artsen en de gespecialiseerd verpleegkundigen; zij doen de aanmeldingen. Wij kunnen hen op de mogelijkheid wijzen. En feitelijk is dat niet eens nodig, want Make-A-Wish wordt hier gedragen. Dit ligt zeker ook aan Kees Grimbergen, jullie vrijwilliger relatiebeheer die een paar keer per maand langskomt. Maar ook omdat we zien dat een wensvervulling een positief effect heeft op het leven van een kind met een ernstige ziekte.’

Goed om te horen. We hebben de ziekenhuizen echt nodig. ‘Alles voor de kids. En daarin gaat het om de samenwerking, de verbinding met anderen. Het maakt niet uit wie de aanmelding regelt, als het maar gebeurt. Ik ben er heilig van overtuigd dat het uitkomen van een wens helpt bij hun genezing. Daarom zijn wij als kinderziekenhuis zelf ook actief, organiseren wij leuke dingen.

Als 8-jarig meisje lag ik ook lang in het ziekenhuis. En ik vond het daar toch saai! Toen wist ik het al: later ga ik in een ziekenhuis werken en zorg ik dat het verandert. Bijna dertig jaar geleden kwam ik als kinderverpleegkundige in het Sophia terecht. Ik herinner me nog goed dat Michael Jackson in 1992 langskwam om een cheque te overhandigen voor onze nieuwe speelkamer. Je had die reacties van de kinderen eens moeten zien. Het kwartje viel, hier kon ik wat mee.

En dus begon ik events te organiseren. Elk vrij uurtje stopte ik in het bedenken van leuke activiteiten. Acht jaar geleden riep mijn directeur mij bij zich. Ik schrok enorm, ik dacht dat ik iets verkeerds had gedaan. Maar hij had maar één vraag: “Wat je allemaal vrijwillig doet, is té gek. Wil je daar je baan van maken?” Daar hoefde ik natuurlijk niet lang over na te denken. Het is hier dus zeker niet saai.’