'Door alle prikken heen straalde ze.'

Op 14 augustus 2020 overleed een heel bijzonder meisje: de zevenjarige Ize. Ze had leukemie. Haar moeder Mariska heeft met lotgenoten een prachtig boek als eerbetoon geschreven: “Wij zijn nooit voorbij” dat op Wereldlichtjesdag (12 december) verschijnt. En ze is weer zwanger: ‘Er was zoveel verdriet in ons leven, we zeiden: hoe mooi zou het zijn als er ook weer zoveel liefde bij komt.’

'Die wens betekende zoveel voor haar. Het toeleven, er iedere keer weer aan denken, dat hielp zo in alles wat ze mee moest maken.'

Ze was nog maar net vier. Levenslust. Als de kleine Ize haar omgeving ergens mee besmette, was het dat wel. In haar ogen, lachjes, dromen, wensen, in alles zat haar optimisme. Met Ize in de buurt werd iedereen als vanzelf vrolijk. Terwijl… Ze was nog maar net vier toen ze ineens blauwe plekken had gekregen. Griep dachten ze, buikpijn, maar Ize bleef maar wrijven, de pijn wilde niet weg. Toch maar een onderzoek. Het bleek mis. Afwijkende cellen, leukemie, achtbaan. Door alle onzekerheid heen kwam er ook iets leuks, Ize werd een wenskind bij Make-A-Wish en mocht zich gaan verheugen. Moeder Mariska zag wat het deed: "Die wens betekende zoveel voor haar. Het toeleven, er iedere keer weer aan denken, het steeds met kleine attenties eraan herinnerd worden, dat hielp zo in alles wat ze mee moest maken. Als Ize werd opgenomen in het ziekenhuis, verdween het nare bijna naar de achtergrond. Zo vol was ze van haar wens." Ize ontwikkelde tijdens haar ziekte een grote fascinatie en liefde voor de eenhoorn. En dan met name de regenboogeenhoorn. Toen ze een kettinkje in de winkel zag hangen, was ze zeer beslist geweest. Een hangertje van zo’n eenhoorn, die moest ze hebben. Moeder had nog wat geprotesteerd, want zo mooi was dat ding niet, maar ze viel voor de uitleg van haar begeesterde dochter, het ging om de symboliek. Ze zei: “Regenboogeenhoorns hebben power en die power heb ik nodig om beter te worden.” De blik van Ize: voor eeuwig en onbetaalbaar. De dag voor haar wensvervulling (rijden op een regenboogeenhoorn) lag Ize nog in het ziekenhuis. Het was knap spannend. Mocht ze wel, mocht ze niet? Vader Jeroen, moeder Mariska, zusje Fenna, ze leefden fel mee. Gelukkig, het mocht. Die dag begon al magisch. De roze limousine met aan boord een tv en ballonnen, kinderchampagne, het kon niet op. Ize straalde en genoot, haar ogen vol lichtjes. En toen kwamen ze daar op de boerderij, de staldeur ging open. Daar stond-ie, prachtig en lief: een echte regenboogeenhoorn. De blik van Ize: voor eeuwig en onbetaalbaar.

Helaas. De ziekte kwam terug, tot drie keer toe. Dan lag Ize weer daar in het ziekenhuis, werd ze aangeprikt en fluisterde mama Mariska in haar oor hoe mooi de wensvervulling was geweest. Dat leidde af, dat maakte iets fijns wakker, dan vertelde Ize weer tegen iedereen die het maar wilde horen wat ze had meegemaakt. “Ik heb op een eenhoorn gezeten,” het werd haar zin van introductie. Mariska: "Dat was hoofdzaak, belangrijker dan wat er in het ziekenhuis moest gebeuren." Hoe oneerlijk, de ziekte bleek desondanks te sterk. Mariska herinnert zich hoe Ize verzuchtte dat die derde keer dat de leukemie terugkwam, wel aan haar deur voorbij had mogen gaan. "De eerste twee keren accepteerde ze het min of meer, maar bij de laatste keer zei ze dat ze zo graag een normaal meisje wilde zijn." Wij zijn niet voorbij. Ize redde het niet, ze was zevenenhalf toen ze overleed. Maar voorbij is ze nooit. Die diepe gedachte is verankerd in Stichting Nooit Voorbij en nu dus ook in het hartverscheurend mooie boek “Wij zijn niet voorbij.” De boodschap is: alles mag doorgaan. Het verdriet, de pijn, maar ook de zoete herinneringen, de kracht en de blik op morgen. Mede-auteur Mariska praat met tranen in haar stem, maar ook met de liefde en levenslust waarmee Ize haar omringde. "Ik ben erg emotioneel geweest tijdens het schrijven, maar ik vond het een heel mooi proces. Het was ook: verwerking. Ik moest voortdurend dwars door mijn gedachten en op-poppende beelden heen. Ik heb veel gehuild tijdens het schrijven. Vaak dacht ik: dit kan ik nog niet. Maar ik wilde doorzetten en tijdens de presentatie van het boek was ik alleen maar trots. En zo blij dat mensen nu toch nog kennis met Ize mogen maken, dat ze nooit vergeten zal worden, dat er nalatenschap is. Ik voelde die noodzaak, er móést iets achterblijven. Nu het boek er is, is er rust. Er is nu iets van Ize dat nooit meer weggaat." En dat verdient ze. Mariska: "Ze was zo’n zorgzaam persoon, iemand die altijd anderen hielp. Krachtig ook, ze hield tot het einde toe hoop, al was de kans maar één procent dat ze het zou redden, dan nog geloofde ze erin dat ze beter werd. Ze haalde het mooiste uit iedere dag en verstond de kunst dankbaar te zijn voor wat er allemaal wel was en wel kon. Ieder klein dingetje greep ze aan om blij te worden. Ze heeft nooit gepiept." Daar waar haar grote zus lag. Zusje Fenna was pas acht maanden toen Ize voor het eerst ziek werd. Ze wist niet beter dan dat de helft van haar leven zich in een ziekenhuis afspeelde. Daar waar haar grote zus lag. Als vanzelf gaf zij Ize alle positieve energie die je kon verzinnen, vice versa overlaadde Ize haar met grote zusterliefde. "Ze was zo trots op Fenna. Zo mooi om te zien." De eenheid, de kracht van het gezin bleek groot. "Jeroen en ik delen het hele proces, we hebben het altijd samen gedaan. We zijn elkaar nooit kwijtgeraakt en mogen van elkaar verdrietig zijn, er is heel veel ruimte om onszelf te zijn. Dat is ongelooflijk waardevol." Ize, zo weet Mariska, had nooit gewild dat het gezin in zak en as was achtergebleven. 'Ze wilde altijd het beste voor iedereen.' Na een periode waarin Mariska erachter kwam dat verdriet er mocht zijn en dat de tijd moest worden genomen de grenzeloze pijn te verwerken, kwam er ook een besef: "Wat met Ize is gebeurd liet me inzien dat het leven te kort is dingen te blijven doen waar je niet gelukkig van wordt. Daarom heb ik mijn studie weer opgepakt, ik wilde een baan die bij me zou passen.

'Ize, waar heb jij die mooie blauwe pruik vandaan?'

Ik doe nu de Pabo en heb weer wat voor handen waar ik blij van word." En: Mariska zal op haar 38ste opnieuw moeder worden. "Ize zou het zo hebben toegejuicht. Dat weet ik zeker. Dat haar zusje nu zelf ook een grote zus wordt, ze zou het geweldig vinden. Jeroen en ik zeiden: “We hebben zoveel verdriet in ons leven gehad, hoe mooi zou het zijn als er ook weer zoveel liefde bijkomt." Alsof ze zei: “Het is goed.” En begrijp haar goed, Ize is ook nog altijd ergens, rondom. "Ik ben nuchter en geloof niet snel in dit soort dingen, maar sinds Ize is overleden zien we iedere keer een vlinder met iets van oranje in haar vleugels, meestal een dagpauwoog. Toen ik net zwanger was), ging ze een minuut lang op mijn buik zitten, alsof ze zei: “Het is goed.” Tijdens de uitvaart in een tuin, fladderde ze al een rondje boven haar mand. We hebben dat op film. En de vorige winter vloog ze door ons huis, terwijl, kom op, in de winter een vlinder en ook nog binnen, dat hadden we nog nooit meegemaakt. Dat kan geen toeval zijn geweest, dat moet een teken zijn." Voor haar was het echt. De magie als houvast. Zoals de Wish Journey van Ize vol magie voor altijd een houvast zal zijn. "Een regenboogeenhoorn is natuurlijk een en al magie. Zo vaak vroeg ze me: maar hoe dan? Hoe kan zo’n wens nou lukken? En dan vertelde ik haar dat als iemand het kon, Make-A-Wish het was die het kon regelen. De dag zelf riep ze nog: “Zal-ie er dan echt wel zijn?” Ze was zes toen, haar geloof was enorm. Toen ze oog in oog stond met het paard dat versierd was als eenhoorn? Voor haar was het echt. Fenna denkt er nog steeds zo over. Die zegt: “Dat was de enige echte regenboogeenhoorn die er is.” Mariska bladert nog regelmatig door het wensboek van Make-A-Wish en herinnert zich dan alle details weer. ‘Ze liep daarna dan met een blauwe pruik, die ze die dag ophad, door het ziekenhuis. Dat lokte iets fijns uit. Iedereen vroeg: “Ize, waar heb jij die mooie blauwe pruik vandaan?” Nou, dan begon ze weer. Eindeloos vertellen over haar ontmoeting met de eenhoorn. Dan ging ze er zo in op, dat ze niet eens meer doorhad dat ze geprikt werd, iets waar ze eigenlijk best bang voor was, die prikken waren vervelend. Maar door haar herinneringen aan de wensvervulling waren haar gedachten vol geluk en daardoor straalde ze door alle prikken heen."

Kinderen zijn zo puur, zegt Mariska, dat treft haar nu ook weer als ze stage loopt. Want nee, de Pabo doen is niet te confronterend, eerder helend. De hele dag kinderen om je heen, ze vindt het heerlijk. ‘Ik merk dat bij veel volwassenen er toch een taboe rust op het overlijden van een kind. Ze vinden het zo moeilijk erover te beginnen met ons. Ik snap dat heel goed. Kinderen vragen gewoon. “Hoe is het om een kind te verliezen?” Bam. Heel direct en zuiver. En dan komt mijn verdriet, mijn pijn, maar die mag er gewoon zijn. Dat vinden kinderen logisch. En steeds meer komt ook de vrolijkheid als het over Ize gaat. "Gek genoeg was dat al bij het wassen van haar lijfje, toen ze net overleden was. Ik waste haar en de herinneringen die opkwamen waren zo mooi, dat ik daar toen gewoon stond te lachen. Dat klinkt absurd, maar zo kwam ik er al heel snel achter dat denken aan Ize me niet alleen verdriet zou geven, maar ook blijdschap. Het sluit elkaar niet uit. De maandag na de zaterdag waarop Ize’s uitvaart was, moest Fenna voor het eerst van haar leven naar school. Dat was verschrikkelijk, maar in bed blijven liggen was geen optie. Ize zou ook hebben gewild dat we door zouden gaan. En dat is wat we doen, met alle verdriet en alle vrolijkheid die bij het leven hoort."

Bestel het boek ‘Wij zijn nooit voorbij’ op de site www.stichtingnooitvoorbij.nl. Zoals mede-auteur Mariska de Langen zegt: ‘Alleen dan komt je geld volledig goed terecht.’